Pinksterweekend 1958.

Over verliefdheid en liefde e.d. is al heel wat geschreven, toch voeg ik nog een paar zinnen toe. Sommige verliefdheden zijn als ballonnetjes in de wind, ze vliegen omhoog en je ziet ze nooit meer terug, andere knallen als een zeepbel uit elkaar en maar een enkele groeit uit tot liefde, over zo’n liefde wil ik het hebben.

 

Met de pinkster was er op het ‘Spoek’ een bijeenkomst van de blauwe beweging, ik was daar het jaar ervoor ook geweest en had daar toen een meisje ontmoet die ik wel aardig vond. Ik dacht; wie weet is ze er nu weer, maar nee niet dus. Ik was 23 en zag een vaste relatie helemaal zitten. Ik had me er al bij neer gelegd dat het deze keer niet zou lukken totdat ik een leuke meid zag. Ik wou graag contact maken en d.m.v. de volksdans lukte dat en er ontstonden al spoedig leuke gesprekken. Nu was er nog een kaper op de kust maar goed ik danste beter en kletste beter, toch gaf hij niet erg snel op, maar toen ik hem door het raam van de kantine gewerkt had gaf hij het op. (Het raam stond open).

We hebben de hele dag met elkaar opgetrokken en het was erg gezellig. 2de Pinksterdag was er in het openluchttheater in Arnhem een groot feest, maar Nanny kon niet mee. Ze werkte voor dag en nacht in Amsterdam en moest de volgende dag om half 8 bij het gezin zijn. Ik praatte als ‘Brugman’ om haar over te halen om te blijven zodat we samen naar het feest konden. Het probleem was dat ze niet wist hoe ze dan op tijd in Amsterdam moest komen. Ik breng je wel zei ik, je kan bij mij achterop. ”Ja, maar dan moeten we vreselijk vroeg weg”. Geeft niet zei ik, maak me maar wakker. “Goed, maar dan sta ik om 3 uur voor je tentje.”
(Dezelfde waar ik ook m’n eerste vakantie in had door gebracht).

We hadden een heerlijke dag samen en savonds, nadat we afscheid van elkaar genomen hadden gingen we elk naar onze slaapplaats. De volgende morgen om 3 uur werd er heftig aan de tent geschud en ik moest eruit. Inpakken en opladen. Nanny bij mij achterop en daar gingen we, in het donker de Spoekweg af, over Hoenderloo naar Amsterdam. Nanny had haar armen stevig om me heen geslagen en zat dicht tegen mij aan, het was nog koud op de vroege morgen.

Ik zal dat heerlijke gevoel nooit vergeten. Onderweg was het nog spannend of we wel een benzinestation tegen zouden komen die was open was. Maar alles ging goed, we waren op tijd in Amsterdam.